Antonius Otto Hermanus Tellegen
Grafvak:
14
geboren: 25 mei 1907 in Zwolle
overleden: 23 oktober 1943 in het duingebied bij Overveen, 36 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: arts en directeur Geneeskundige en Gezondheidsdienst in Zeist
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 5
Soli Deo
Achtergrond
Toon Tellegen was tijdens de Duitse inval in mei 1940 als officier van gezondheid toegevoegd aan het Nederlandse Rode Kruis in Den Haag. Hij raakte zwaar gewond bij een beschieting door Duitse parachutisten, toen hij gewonden uit Wassenaar wilde ophalen.
Na zijn herstel werkte hij vanaf 1941 als directeur van de GG & GD in Zeist. Hij keurde veel mensen af, die een oproep voor tewerkstelling in Duitsland hadden ontvangen.
In 1942 zat hij korte tijd in een kamp voor krijgsgevangen beroepsofficieren in Stanislau. Hij behoorde ook tot de circa 800 vooraanstaande Nederlanders die als anti-verzet-gijzelaars op 13 juli 1942 in het Grootseminarie in Haaren werden vastgehouden. Tellegen verleende die dag medische hulp aan hier eveneens verblijvende gevangenen van de Sicherheitspolizei.
Verzetsactiviteiten
Begin 1943 werd hij vrijgelaten en begon met spionageactiviteiten voor Sectie V van de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. Hij verkende Duitse stellingen, stelde rapporten op, was verbindingsofficier met enige spionagegroepen en vervoerde berichten, tekeningen en documenten naar Amsterdam.
In zijn woning in Zeist verbleven (Joodse) onderduikers en werden papieren vervalst. Ook verzorgde hij de distributie van Vrij Nederland in het district Zeist.
Arrestatie en moord
Op 9 september 1943 werd tijdens een bijeenkomst in de Jeugdkapel aan de Meentweg in Bussum een aantal leden van de verzetsgroep de Vliegende Brigade gearresteerd. Een provocateur die zich voordeed als iemand die behulpzaam zou kunnen zijn bij een geplande liquidatie, had de bijeenkomst verraden. Tijdens een verhoor noemde één van de gearresteerden de naam van Tellegen, als iemand van wie zij wel eens een spionageopdracht hadden gekregen.
Als gevolg van deze informatie werd op 7 oktober 1943 de woning van Tellegen om half tien in de avond omsingeld door de Sicherheitspolizei. Na anderhalf uur wachten kwam Tellegen, op zijn motorfiets terugkerend van een OD-bespreking in Amsterdam, aanrijden en werd op straat aangehouden.
Op 22 oktober 1943 werd Tellegen met zes andere verzetsmensen, onder wie een aantal leden van de verzetsgroep de Vliegende Brigade, door het Polizeigericht Amsterdam ter dood veroordeeld. De volgende dag werden zij in de duinen bij Overveen gefusilleerd en in een massagraf begraven.
Na de oorlog kreeg Tellegen postuum het Verzetskruis 1940-1945, de na de Militaire Willems-Orde hoogste dapperheidsonderscheiding van Nederland.