Gerardus Steen
Grafvak:
21
geboren: 26 januari 1925 in Dordrecht
overleden: 15 april 1945 in Sint Pancras, 20 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: kantoorbediende in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
R.I.P. Hetgeen gij deedt zal blijven leven, door lief en leed één zij ons streven
Achtergrond
Gerard Steen haalde in 1941 het Mulo- (nu HAVO-) diploma in Amsterdam. Omdat hij broeder-onderwijzer wilde worden ging hij in september 1941 naar het Juvenaat der Broeders van de Heilige Aloysius in Oudenbosch.
Toen Steen bemerkte dat hij niet geschikt was voor de kloosterroeping, keerde hij eind 1941 terug naar huis. Begin 1942 werd hij aspirant-schrijver bij het Ontvangkantoor der Directe Belastingen in Amsterdam. Tijdens zijn werk op dit kantoor zat hij, daartoe opgeroepen, een half jaar in de Nederlandse Arbeidsdienst.
Verzetsactiviteiten
In september 1944 werd Steen lid van een sectie van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) in Amsterdam. Hij nam in december ontslag om zich geheel aan het verzetswerk te kunnen wijden. Meermalen was hij betrokken bij wapentransporten, verrichtte voor BS-commandanten koeriersdiensten en stelde zijn kamer in zijn ouderlijk huis ter beschikking voor het geven van wapeninstructie.
Arrestatie en moord
Bij een inval door de Sicherheitspolizei in de woning van een pelotonscommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten werd een groot aantal identiteitsplaatjes gevonden. De identiteitsplaatjes waren voor na de bevrijding bedoeld. Het adres van de pelotonscommandant was door een gearresteerd verzetsman doorgegeven.
Als gevolg van de vondst vonden op zondag 8 april 1945 op diverse adressen van BS’ers in Amsterdam invallen plaats. Bij Steen werd ook een stengun met 60 patronen aangetroffen. Hij werd ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 15 april 1945 werd hij met negentien andere verzetsmensen in Sint Pancras doodgeschoten als represaille voor een aanslag op een trein van het Duitse leger. De lichamen werden provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.