Johan Louis KEMPER
grafvak 14
“1 Petrus 5: 6-11”
geboren: 27 oktober 1922 in Bussum
overleden: 23 oktober 1943 in het duingebied bij Overveen, 20 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: student economie in Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5
Achtergrond
Joop Kemper studeerde sinds 1940 economie aan de Universiteit van Amsterdam.
Verzetsactiviteiten
Kemper begon zijn verzet als koerier voor de Ordedienst (OD), een landelijke illegale organisatie, die voor een deel was ontstaan in militaire kringen. In dit verband werd hij in september 1941 aangehouden, enige uren verhoord en weer vrijgelaten.
In 1942 was hij medeoprichter van een verzetsgroep in het Gooi, de Vliegende Brigade. In eerste instantie verleenden de leden hulp aan (vooral Joodse) onderduikers door het verzorgen van adressen, bonkaarten, papieren en geld. Later hield de groep zich ook bezig met spionage, het plegen van sabotage en het verrichten van liquidaties.
In maart 1943 voerde Kemper onder Gooise studenten actie tegen het tekenen van de loyaliteitsverklaring, dat de bezetter van studenten eiste, wilden zij door kunnen studeren. Op 20 augustus nam hij deel aan de aanslag op de ‘foute’ politiekapitein Woerts in Bussum en begin september aan die op de Utrechtse hoofdcommissaris van politie, de NSB’er Kerlen.
Arrestatie en moord
Op 9 september 1943 werd Kemper tijdens een bijeenkomst in de Jeugdkapel aan de Meentweg in Bussum met enkele andere leden van zijn verzetsgroep gearresteerd. Een provocateur die zich voordeed als iemand die behulpzaam zou kunnen zijn bij een geplande liquidatie, had de bijeenkomst verraden. Kemper en zijn groepsgenoten werden overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam.
Op 22 oktober 1943 werd Kemper, met zes andere verzetsmannen, onder wie zijn groepsgenoten, door het Polizeigericht Amsterdam ter dood veroordeeld. De volgende dag werden zij in de duinen bij Overveen gefusilleerd en in een massagraf begraven.