Leo Herman Frijda
Grafvak:
33
geboren: 1 augustus 1923 te Amsterdam
overleden: 1 oktober 1943 in het duingebied bij Overveen, 20 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: leerling-medisch analist te Amsterdam
geloof: geen
vindplaats: gedenksteen 5
Spreek niet. Dat hebben zij ook niet gedaan. Goya 1941
Achtergrond
Leo Frijda behaalde in 1941 zijn gymnasiumdiploma. Als Jood mocht hij geen medicijnen gaan studeren aan een universiteit. Hij werd daarom leerling-medisch analist in het laboratorium van het Israƫlitisch Ziekenhuis in Amsterdam.
In het najaar van 1941 onderzocht hij, met een oud-schoolgenoot, de mogelijkheid om met een zeilboot via de Noordzee te ontsnappen. Dit lukte niet. Van november 1942 tot april 1943 publiceerde hij onder een pseudoniem gedichten en proza in het illegale literaire tijdschrift Lichting.
Verzetsactiviteiten
In 1942 sloot Frijda zich aan bij de verzetsgroep CS-6. Naast sabotageactiviteiten voerde hij ook liquidaties uit. Op 5 februari 1943 was hij nauw betrokken bij de liquidatie van generaal Seyffardt. Deze had zich beschikbaar gesteld als commandant van het voor het oostfront gevormde Vrijwilligerslegioen Nederland. De actie had tot gevolg dat 600 studenten werden gearresteerd en naar kamp Vught overgebracht.
In maart 1943 werkte Frijda mee aan een spoorwegsabotage in de Amsterdamse Rietlanden. In juni liquideerde hij Hoff en Blom, beiden informanten van de Sicherheitspolizei. Tevens trachtte hij met een bom brand te stichten in een Haagse bioscoop.
Arrestatie en moord
Rond 20 augustus 1943 werd hij gearresteerd in het kader van het oprollen van de verzetsgroep CS-6. Na ter dood te zijn veroordeeld werd hij op 1 oktober 1943 met achttien andere leden van de verzetsgroep in de duinen bij Overveen gefusilleerd.