Adrianus Johannes de Rooij
Grafvak:
8
geboren: 1 december 1923 in Hoeven, ten westen van Breda
overleden: 6 april 1945 in Limmen, 21 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: winkelbediende in Badhoevedorp
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
Zonder een afscheidswoord gingt u heen naar Gods oord
Achtergrond
Janus de Rooij werkte als bediende in een kruidenierszaak en woonde bij zijn ouders in Badhoevedorp. Hij ontving tijdens de bezettingsjaren via het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB) meerdere oproepen zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland. Bij de daaropvolgende medische onderzoeken werd hij steeds afgekeurd.
Op 2 januari 1945 moest De Rooij zich opnieuw melden bij het GAB. Ditmaal om langs wegen putten te graven voor de Duitse Wehrmacht. Hij weigerde te verschijnen en verbleef sindsdien, semi-ondergedoken, bij een familie in Badhoevedorp.
Verzetsactiviteiten
De Rooij nam niet deel aan het verzet.
Arrestatie en moord
Omstreeks 24 januari 1945 werd De Rooij met twee anderen op verdenking van het illegaal slachten van voor de Wehrmacht bestemd vlees door leden van de Feldgendarmerie (de Duitse Militaire Politie) aangehouden. Enige dagen later werden ze overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 6 april 1945 werd De Rooij gefusilleerd met negen verzetsmensen als represaille voor het doden van een jonge Duitse militair in Limmen. Hun lichamen werden op bevel van de bezetter in een massagraf in de duinen bij Overveen begraven.