Gerardus Jacobus van Wetering
Grafvak:
15
geboren: 11 februari 1910 in Hilversum
overleden: 9 februari 1945 in Zaandam, 34 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: winkelier in ijzerwaren in Hilversum
geloof: Nederlands-hervormd, lid Protestantenbond
vindplaats: gedenksteen 1
Wij danken u, o God, voor alles wat gij ons gaaft in dezen mensch
Achtergrond
Gerrit van Wetering was eigenaar van een handel in ijzerwaren, gereedschappen en huishoudelijke artikelen in Hilversum.
Verzetsactiviteiten
In de loop van 1944 raakte Van Wetering als penningmeester van de Interdiaconale Hulpactie (IDHA) in Hilversum betrokken bij de hulpverlening aan onderduikers. De IDHA werkte nauw samen met illegale organisaties, zoals de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), maar ook met legale, zoals de Crisis Controle Dienst (CCD). Deze Nederlandse overheidsdienst was 1934 opgericht en had tijdens de bezetting de taak had om zwarte handel te bestrijden.
Van Wetering werd in het najaar van 1944 sectiecommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten.
In de hongerwinter werd ook in Hilversum op legale en illegale wijze voedsel van elders gehaald. Dit werd opgeslagen in de Noorderkerk en bij particulieren; ‘winkeltjes’ genoemd. Vervolgens werd het voedsel door koeriersters verdeeld onder zieken, bejaarden en onderduikers. Van Wetering was één van degenen die met vervalste papieren per auto eten ophaalde in de Wieringermeerpolder in Noord-Holland.
Arrestatie en moord
Mogelijk als gevolg van verraad vond op 23 januari 1945 een inval plaats in de Noorderkerk. Van Wetering behoorde tot de arrestanten. Nadat in zijn woning het stempel voor het vervalsen van papieren gevonden, werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring in Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 9 februari 1945 werd Van Wetering met negen andere verzetsmensen in Zaandam doodgeschoten. De fusillade was een represaille voor de moord door het Zaanse verzet op de NSB’er en onderluitenant van de Staatspolitie Willemsen. De tien lichamen werden provisorisch in een massagraf begraven in de duinen bij Overveen.