Theodorus Petrus Nieland
Grafvak:
21
geboren: 18 april 1919 in Amsterdam
overleden: 15 april 1945 in Sint Pancras, 25 jaar oud
burg. staat: ongehuwd
beroep: vertegenwoordiger in Amsterdam
geloof: rooms-katholiek
vindplaats: gedenksteen 3
R.I.P. Als goed verkenner gaf hij zijn leven voor God, kerk en land
Achtergrond
Theo Nieland was ten tijde van de Duitse inval in mei 1940 in militaire dienst. Hij was ingedeeld bij een in Den Bosch gelegerd korps luchtdoelartillerie. Na de capitulatie keerde hij terug naar zijn ouders in Amsterdam en ging als vertegenwoordiger werken in de zaak van zijn vader.
In de loop van de oorlog waren er regelmatig oproepen aan mannen zich op te geven voor de verplichte arbeidsinzet in Duitsland. Nieland weigerde hier gehoor aan te geven. Ook op de oproep van de bezetter in mei 1943 aan alle Nederlandse oud-militairen om zich te melden voor terugkeer in krijgsgevangenschap ging hij niet in. Sindsdien was hij niet vaak meer thuis, maar verbleef bij vrienden van wie een groot aantal in het verzet zat.
Verzetsactiviteiten
In september 1944 sloot Nieland zich aan bij de in de Binnenlandse Strijdkrachten opgenomen knokploeg Reintje de Vos. Enige tijd later werd hij betrokken bij het formeren van gevechtsgroepen. Zelf werd hij commandant van een zogenoemde machinegeweergroep en gaf als oud-militair wapeninstructie. Zijdelings was hij betrokken bij het verlenen van hulp aan onderduikers. Hij zorgde voor onderduikadressen.
Arrestatie en moord
Nadat bij een inval door de Sicherheitspolizei in de woning van een pelotonscommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten een groot aantal identiteitsplaatjes was aangetroffen, die voor na de bevrijding bedoeld waren, vonden in de vroege ochtend van zondag 8 april 1945 op diverse adressen van BS-ers in Amsterdam invallen plaats. Het adres van de pelotonscommandant was door een gearresteerde verzetsman doorgegeven.
Nieland werd genoemd op een van de identiteitsplaatjes en bij zijn ouders thuis aangehouden. Hij werd ingesloten in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans en op de lijst van Todeskandidaten gezet die in aanmerking kwamen voor fusillering bij represailles.
Op 15 april 1945 werd hij met negentien andere verzetsmensen in Sint Pancras doodgeschoten als represaille voor een aanslag op een trein van het Duitse leger. De lichamen werden op bevel van de bezetter provisorisch begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.