Willem Eggink
Grafvak:
30
geboren: 3 mei 1920 in Utrecht
overleden: 1 april 1945 in Hameln in Duitsland, 24 jaar oud
burg. staat: gehuwd
beroep: student sociale geografie Rijksuniversiteit Utrecht
geloof: Nederlands-hervormd
vindplaats: Waldfriedhof Am Wehl te Hameln in Duitsland
Maar wie volharden zal tot het einde die zal zalig worden. Mattheus 24:13
Achtergrond
Wim Eggink studeerde vanaf 1940 sociale geografie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Hij had een liberale achtergrond.
Verzetsactiviteiten
Eggink was zeer actief in het studentenverzet. In de herfst van 1941 werd op zijn initiatief een illegale studentencontactgroep opgericht. Een half jaar later werd in zijn ouderlijk huis het illegale landelijke Studentencomité voor Interacademiaal Contact (de Raad van Negen) opgezet. Op 13 maart 1943 eiste de bezetter van alle studenten dat zij een loyaliteitsverklaring tekenden, wilden zij verder studeren. Eggink was hier sterk op tegen.
Eggink droeg veel bij aan de illegale pers. In april 1941 was hij, als secretaris van de Bond van Jong-Liberalen, medeoprichter en redacteur van het illegale blad Slaet op den Trommele!. Dit blad wilde in principiële artikelen een houding aangeven tegenover Duitsers, NSB en Nederlandse Unie. Daarnaast leverde hij bijdragen aan en verspreidde hij het illegale studentenblad De Geus.
In oktober 1943 was hij medeoprichter van het illegale blad Ons Volk; den vaderlant ghetrouwe. Dit blad was bewust politiek en religieus neutraal en wilde uitsluitend het moreel van de lezers versterken. Dit sprak zeer aan en het eerste nummer verscheen in een oplage van 55.000 exemplaren. Tevens was Eggink betrokken bij de oprichting van het Utrechtse studentenblad Sol Justitiae.
Arrestatie en moord
Op 21 januari 1944 werd Eggink als verspreider van de illegale krant Het Parool tijdens een landelijke arrestatiegolf onder Parool-medewerkers door de Sicherheitspolizei gearresteerd.
Begin augustus 1944 werd hij in het Tweede Parool-proces veroordeeld tot zeven jaar tuchthuisstraf. Hij overleed op 1 april 1945 in gevangenschap in Hameln in Duitsland. Op 21 december 1951 werd hij herbegraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal.